Terwijl de jury druk aan het overleggen is over wie er met de hoofdprijs van onze schrijfwedstrijd vandoor zal gaan, publiceren we vandaag nog een verhaal dat absoluut jullie aandacht verdient. Een van de inzenders van onze schrijfwedstrijd was Verena Ramkisoensing, op dat moment elf jaar. Zij schreef een prachtig verhaal dat we jullie absoluut niet willen onthouden. De jury was onder de indruk van haar schrijfvaardigheden en daarom krijgt Verena een eervolle vermelding. Daarnaast gaan we kijken of het mogelijk is om volgend jaar een categorie Jeugd toe te voegen aan onze schrijfwedstrijd. Hieronder lees je haar verhaal.
Doelpunt van dromen
© Verena Ramkisoensing
“Schiet dan!” Yarah zat op het puntje van de bank. Op tv schoot een vrouwelijke spits met een paardenstaart de bal keihard in de kruising.
“GOOOAAAL!” gilde Yarah. Chips vloog door de kamer. De kat dook weg onder de bank.
Haar moeder kwam binnen. “Yarah! Wat—”
“Mam, heb je dat gezien? Dat wil ik ook! Spelen voor volle stadions!”
Haar moeder glimlachte. “Dan gaan we morgen naar de voetbalclub.”
De volgende ochtend stonden ze op het veld. Yarah rook het gras en voelde haar droom dichterbij komen. Tot ze in de kantine kwamen…
“Meisjesvoetbal? Dat hebben we niet,” zei de man achter de balie.
“Kan ze niet bij de jongens meedoen?” vroeg haar moeder.
De man haalde zijn schouders op. “Voetbal is niets voor meisjes.”
Buiten voelde de wind ineens veel kouder aan.
Thuis zat Yarah op haar bed. De filmpjes van vrouwenvoetbal voelden ineens als een sprookje dat niet voor haar bestemd was. Tot ze haar beste vriendin Sanne belde.
“We beginnen gewoon een eigen team,” zei Sanne. “FC Droomgoal!”
De volgende dag zaten ze op het schoolplein met een bord: “FC Droomgoal – Meld je aan!” Sommige kinderen lachten.
Toen stapte Bo naar voren. Ze had een iets te grote joggingbroek aan en een litteken bij haar rechteroog. “Zoeken jullie een keeper?”
“Als je niet bang bent,” zei Yarah.
“Ik ben nooit bang,” grijnsde Bo.
Binnen een uur hadden ze vijf meiden. Niet allemaal goed, maar wel allemaal meiden die wilde bewijzen dat hoop geen kleur of geslacht kent. De eerste training was rommelig. Iemand vergat haar schoenen. Sanne durfde niet te koppen. En buitenspel klonk als een vak op school.
Zaterdag wachtten de jongens van school voor een wedstrijd. Na tien minuten stonden ze al 0-2 achter. En de opmerkingen vlogen net zo hard als de ballen. “Pas op, straks breekt haar nagel af!” schreeuwde een jongen, maar de meiden trokken zich er niks van aan en voetbalde gewoon door.
In de rust stond Yarah op. “We zijn hier omdat niemand dacht dat we dit konden. Dus wat we ook doen: we doen het samen.”
Ze vochten zich terug. Bo hield een bal uit de hoek. Yarah scoorde: 1-2. In de laatste minuut gaf ze een voorzet. Sanne sprong — kopbal. 2-2!
Ze vielen gillend op elkaar. Geen stadion, maar het voelde als goud.
Aan de zijlijn stond de voorzitter. Na afloop kwam hij naar hen toe.
“Jullie speelden sterk,” zei hij. “Willen jullie meedoen in de vijf-tegen-vijf-competitie?”
Yarah keek hem aan. “U zei toch dat meisjes niet horen te voetballen?”
Hij zuchtte. “Dat heb ik inderdaad gezegd. En dat was fout. Toen ik jong was, wilde ik op turnen. Maar iedereen zei dat dat niks voor jongens was. Dus ik deed het niet. Ik denk dat ik daarom te snel oordeelde over jullie.”
Yarah keek naar haar team. Ze knikten.
“Wij doen mee,” zei ze. “We stoppen niet, wij zijn net begonnen.”
Over de auteur:
‘Ik ben 12 jaar en zit in de VWO brugklas. Ik droom ervan om later kinderboeken te schrijven. Omdat ik dol ben op voetbal, wilde ik met dit verhaal laten zien dat meisjes net zo goed kunnen voetballen als jongens. Voor mij is sport iets voor iedereen en dat laat ik graag terugkomen in mijn verhaal.’
Laat een reactie achter